Drama meets Beweging Tweede graad

Stephanie Verstraeten (één les)

Algemene toelichting 

Wat als een astronaut vrolijk is? Huppelt hij dan net iets sneller op de maan? 

Wat als een astronaut verdrietig is? Zweven zijn tranen dan in de ruimte? 

Wat als een astronaut verliefd is? Dwarrelen de vlindertjes dan ook nog in zijn buik rond? 

Hoe een astronaut zijn gevoelens weergeeft in de ruimte, ontdekken we tijdens deze leuke les! 


Beginsituatie 

2e graad - 16 lln. in de klas

Tijdens de bewegingslessen wordt er een leuke oefening uitgevoerd als opwarming. Vaak is dit een actieve vorm om kennis te maken met het onderwerp van die les. In de klas maakt de juf regelmatig tijd om een tussendoortje of bewegingsoefening te doen. 

De lln. zijn zich ervan bewust dat ze bewegingen kunnen uitvoeren met armen, benen, handen, ... In vorige lessen werd er geëxperimenteerd op ruimtelagen en op grootte/vorm. De lln. kunnen bewegingen uitvoeren op verschillende manieren: groot, klein, krachtig, kort, ... Er werd voornamelijk gefocust op hoe astronauten bewegen in de ruimte. 

Dit schooljaar hebben de lln. nog maar twee dramalessen gekregen. De voorbije jaren worden er gemiddeld 12 dramalessen per schooljaar gegeven. Vaak zijn deze lessen gelinkt aan een bepaald thema (vb: tijdens de 2e en 3e week van de advent wordt hier aandacht aan gegeven zodat de lln. tijdens de kerstviering een 'opvoering' kunnen laten zien). Dit schooljaar hebben de kinderen bij de lessen godsdienst en w.o. gewerkt rond gevoelens. Dit thema trekken we nu door naar deze gecombineerde les. De lln. kennen allerlei gevoelens, nu gaan ze deze proberen om te zetten in de praktijk. 

Samenwerken, zelfstandig werken of met een partner werken is voor de lln. geen onbekend item. Zowel in de klas, turnzaal als op de speelplaats hanteren ze deze 'werkvormen'. 


Doelen 

Bouwstenen drama: inleving

Bij drama speelt inleving een grote rol. Je hebt weinig/geen drama als je je niet kan inleven in een specifieke rol. Dit kan gaan van een verliefde kabouter tot een verdrietige astronaut. Door deze inleving kunnen we zien hoe deze persoon zich voelt. 

Bouwstenen beweging: gewicht (en evenwicht)

Bij beweging speelt zwaartekracht een grote rol. Hiervoor heb je een goed evenwicht nodig.
Je kan op verschillende manieren met gewicht 'spelen'. Je kan je heel zwaar doen lijken of juist zo licht als een veertje worden.


§ Leerplandoelen  drama:

  • Drama6.1: kinderen leven zich in in een ding, een idee, een personage, een gebeurtenis of een omstandigheid uit de werkelijkheid of uit een verteld of voorgelezen verhaal en kunnen dat al spelend vorm geven. 
  • Drama8.1: kinderen passen hun beweging en mimiek aan de spelsituatie.
  • Drama8.7:  kinderen ervaren dat de juiste verhouding tussen woord en beweging de expressie kan vergroten. 

§ Leerplandoelen  beweging:

  • Bewegingsex2.1: kinderen spelen met evenwicht in houdingen en bewegingen.
  • Bewegingsex4.2: kinderen beelden een eenvoudig bewegingsverhaal uit.

 

§ Lesdoelen:

  1. De lln. kunnen bepaalde gevoelens uitbeelden. 
  2. De lln. durven zich in te leven in een bepaald personage. 
  3. De lln. kunnen bewegingen uitvoeren rekening houdend met een gegeven/gekregen gevoel. 

Klasindeling 

Indien je beschikt over een ruime klas, kan je de banken en stoelen best aan de kant zetten. Indien je niet over een ruim lokaal beschikt, kan je deze les best laten doorgaan in de refter of turnzaal. De lln. moeten zich vrij kunnen voortbewegen in de ruimte. Zorg dat de lln. de ruimte kennen. Voor het dramagedeelte van deze les is het belangrijk dat de kinderen zich veilig voelen. Sommige kinderen voelen zich in een nieuwe omgeving niet altijd op hun 'gemak'. 

Aan het begin van de les werken de lln. per twee om even terug te wennen aan het drama-aspect. In het begin kan een dramales nogal stroef verlopen. Doordat ze dit met een klasgenoot mogen voorbereiden voelen ze zich beter/veiliger. Vervolgens wordt er in groepjes gewerkt. 


Lesverloop 

1. Inleiding - opwarming

De lln. stappen uit de (zelfgemaakte) raket, meteen wandelen ze zoals een astronaut in de ruimte: traag, vliegend en rustig. Via de omroepinstallatie wordt er opgepast voor de gevaren in de ruimte: een vliegende meteoriet is op komst. Ze moeten zich haasten naar de bergen wat verderop. De lln. stappen nog steeds zoals een astronaut, maar doen dit op een sneller tempo. 

Wanneer de veiligheid en rust is teruggekeerd, komen ze tevoorschijn van achter de bergen. Ze kunnen terug op een normaal tempo verder. Tot ... 

De omroepinstallatie geeft alweer alarm! Men wordt door het 'zwart gat' opgezogen. Iedereen moet zich proberen te redden. In de ruimte is dit niet altijd even gemakkelijk. Wanneer er een astronaut achter blijft, probeert men hem/haar te redden via het touw. Tot iedereen in veiligheid is. 

Maar dan loeien de sirenes alweer ... 


2. Gevoelens - per twee 

De lln. gaan per twee zitten (ze mogen dit doen met een vriendje of vriendinnetje). Elk groepje krijgt een zakje waarin allerlei gezichtjes opstaan met gevoelens. De lln. trekken om de beurt een gezichtje. De leerling die een gezichtje heeft getrokken, probeert dit uit te beelden zodat de andere leerling het gevoel kan raden. Als men dit gevoel juist heeft geraden, krijgt men een punt. Het is de bedoeling om zoveel mogelijk punten te scoren met z'n twee (het is dus niet de bedoeling om tegen elkaar te strijden, maar om goed samen te werken).  


3. Gevoelens in de ruimte - per 4

De lln. maken groepjes, 4 lln. per groepje. In deze groepjes gaan de lln. per twee samenwerken. Eén duo trekt uit de zak een gezichtje. Dit gevoel gaan ze samen uitbeelden. Ze moeten hierbij rekening houden dat ze in de ruimte zijn. Hun gevoel moet dus afgestemd zijn op hoe dit in de ruimte zou aanvoelen (vb: een vrolijke astronaut huppelt op een traag tempo rond). Het andere duo moet het gevoel raden. Is dit antwoord correct, krijgen ze een punt. De twee duo's strijden tegen elkaar voor de meeste punten.

Indien er voldoende tijd is, kan er nog van groepje gewisseld worden. 


4.  Evaluatie - ik voel mij vandaag zo ... 

De lln. hebben nu verschillende emoties gezien, gespeeld en geraden. De juf stelt drie vragen. De lln. moeten antwoorden met een gevoel dat ze moeten uitbeelden. Merkt de juf dat er meerdere lln. zijn met hetzelfde antwoord, krijgen ze de opdracht om elkaar op te zoeken. Wanneer er enkele groepjes zijn gevormd, kan de juf vragen waarom ze dat specifieke gevoel hebben uitgebeeld. 

  • Welk gevoel kreeg je bij het horen van de opdracht? 
  • Welk gevoel had je tijdens het uitvoeren van de opdracht? 

  • Welk gevoel zou je hebben als we deze les nog een keer zouden doen? 



Bronnen 

Crul,K. (2015). Zeppelin, Didactiek voor muzische vorming. Kalmthout: Pelckmans.

Nowak, M. (2014). Geraadpleegd op 6 januari 2018, via https://nl.pinterest.com/pin/57420963974176785/

Bente, Clémentine, Ruut en Ilke. (2016). Geraadpleegd op 6 januari 2018, via https://muzeem.weebly.com/gewicht.html

https://leerplannen.vsko.be/leerplannen/app

Kooijman, A. (2015). Groene en rode gevoelens. Uitgeverij Pica: Huizen.

Website gemaakt door Tanja Cappaert  |  Rommelige ruimtevaarders 2017
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin